helicopter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: helicopter (hulp, bestand)
- IPA: / heliˈkɔptər / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- he·li·cop·ter
Zelfstandig naamwoord
de helicopter m
- verouderde spelling of vorm van helikopter vanaf 1955 tot 1996, als toegelaten variant
Gangbaarheid
- Het woord 'helicopter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Engels
Woordherkomst en -opbouw
- ontleend aan het Franse hélicoptère zn , oorspronkelijk uit het Oudgrieks ἕλιξ zn (helix, spiraal) en πτερόν zn (vleugel)
enkelvoud | meervoud |
---|---|
helicopter | helicopters |
Zelfstandig naamwoord
helicopter