Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • he·li
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord heli heli's
verkleinwoord helietje helietjes

Zelfstandig naamwoord

de helim

  1. (luchtvaart), (afkorting), (verkorting), (informeel) een luchtvaartuig dat door middel van een hefschroef verticaal kan opstijgen en landen
    • De landende heli liet het stof opvliegen. 
Synoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be