• hek·se·hyl
  • Samenstelling van de Deense woorden heks en hyl met het invoegsel -e-.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   heksehyl     heksehylet     heksehyl     heksehylene  
genitief   heksehyls     heksehylets     heksehyls     heksehylenes  

heksehyl o

  1. luchthuiler, gillende keukenmeid
  2. (zelden) zeer hoog en angstaanjagend geluid (zoals een gehuil van een heks)

heksehyl, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van heksehyl