Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • heelt aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanhelen

heelt (...) aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhelen
    • Jij heelt aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhelen
    • Hij heelt aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanhelen
    • Heelt aan! 

Gangbaarheid