hedenmorgen
- Geluid: hedenmorgen (hulp, bestand)
- he·den·mor·gen
- samenstelling van heden zn en morgen zn
hedenmorgen [1]
- (tijdrekening) deze ochtend
- ▸ ' `Wat je het Gulden Vlies oplevert, als je nog op het ministerie zit' Albert, ik heb de indruk dat je vastbesloten bent me hedenmorgen met rook te voeden.[2]
- ▸ „460 is hedenmorgen te tien uur in een gehuurde fiacre naar haar modiste in de rue de Richelieu gereden en heeft daar een hoed van paars fluweel gepast.[3]
- Het woord hedenmorgen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “De graaf van Monte-Cristo” (2007), L.J. Veen , ISBN 9789020413021
- ↑ Johanna van Ammers-Küller“Tavelinck-trilogie” (1970), Strengholt, ISBN 9060101723