Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hebt lief
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
liefhebben

hebt lief

  1. tweede persoon enkelvoud van liefhebben
    • Jij hebt lief. 
    • U hebt lief. 
    • Gij hebt lief. 


Gangbaarheid