harretje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- har·re·tje
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het harretje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord har
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord harre
- dim. tant. (straattaal) kiertje