Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • har·re·tje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het harretjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord har
  2. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord harre
  3. dim. tant. (straattaal) kiertje