harmelen
Niet te verwarren met: Harmelen |
- har·me·len
- Alleen te vinden in onderstaande noot uit Hanna de freule van de in zijn tijd zeer bewonderde 19e-eeuwse Nederlandse schrijver J.J. Cremer uit 1873. De redactie van het Woordenboek der Nederlandsche taal heeft dit woord misschien als een soort eerbetoon opgenomen, net als de afleiding "geharmel" die ook alleen in het werk van deze schrijver is te vinden. Qua betekenis doet het denken aan de harmenjannen uit de scheepvaart. [1] [2]
harmelen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
harmelen |
harmelde |
geharmeld |
zwak -d | volledig |
- inergatief gedurig met een paard en wagen voor- en achterwaarts gaan
- Het woord 'harmelen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron A.L.H. IsingLevensbericht van Jacobus Jan Cremer. in: Handelingen der algemeene vergadering van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, gehouden aldaar den 17den Juni 1880, in het gebouw der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. (1880), E.J. Brill, Leiden
- ↑ Weblink bron J.J. Cremer“Romantische werken. Deel X. Hanna de freule.” (1880; oorspronkelijk 1873), D. Noothoven van Goor, Amsterdam, p. 240