Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • han·gaar
enkelvoud meervoud
naamwoord hangaar hangaars
verkleinwoord hangaartje hangaartjes

Zelfstandig naamwoord

de hangaarm

  1. (luchtvaart) een opslagplaats voor een of meer vliegtuigen.
Synoniemen

Gangbaarheid

63 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be