hang open
- hang open
vervoeging van |
---|
openhangen |
hang (...) open
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openhangen
- Ik hang open.
- gebiedende wijs van openhangen
- Hang open!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openhangen
- Hang je open?
- Het woord hang open staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.