hakte hout
- Geluid: hakte hout (hulp, bestand)
- hak·te hout
vervoeging van |
---|
houthakken |
hakte hout
- enkelvoud verleden tijd van houthakken
- Ik hakte hout.
- Jij hakte hout.
- Hij, zij, het hakte hout.
- Ik hakte hout.
- Het woord hakte hout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.