Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hak·te hout
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
houthakken

hakte hout

  1. enkelvoud verleden tijd van houthakken
    • Ik hakte hout. 
    • Jij hakte hout. 
    • Hij, zij, het hakte hout. 


Gangbaarheid