Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hak·te fijn
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
fijnhakken

hakte fijn

  1. enkelvoud verleden tijd van fijnhakken
    • Ik hakte fijn. 
    • Jij hakte fijn. 
    • Hij, zij, het hakte fijn. 


Gangbaarheid