• hai·kar
  • Afleiding van het Nynorske werkwoord haike met het achtervoegsel -ar.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   haikar     haikaren     haikarar     haikarane  

haikar, m

  1. (verkeer) lifter (mannelijke vorm)
  2. (verkeer) lifster (vrouwelijke vorm)
  • [1-2]: ta på haikarar
lifters meenemen