Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • haas·ach·ti·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord haasachtige haasachtigen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de haasachtigem

  1. (dierkunde) zoogdier uit de orde Lagomorpha  
    • Van de haasachtigen is soms gedacht dat zij tot de knaagdieren behoorden, maar het is beter ze als een aparte orde te beschouwen. 
Hyponiemen

Bijvoeglijk naamwoord

haasachtige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van haasachtig

Gangbaarheid

Meer informatie