haarbeursjes
- Geluid: haarbeursjes (hulp, bestand)
- IPA: / ˈharbørʃəs / (3 lettergrepen)
- haar·beurs·jes
- haarbeursje met uitgang -s
de haarbeursjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord haarbeurs
- ▸ Dikwijls worden zij in die gevallen spoedig door andere vervangen; de haarbeursjes gaan slechts bij uitzondering verloren.[1]
- Het woord 'haarbeursjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Wunderlich, C.A. (vert. Dusseau, J.L.)“Handleiding in de studie der bijzondere ziekte- en genezingsleer” (1859), Van der Post, Utrecht / Amsterdam