• hå·ve inn
  • Samenstelling van het Noorse werkwoord håve en het Noorse bijwoord inn

håve inn

  1. overgankelijk, (visserij) met een schepnet vangen
  2. overgankelijk, (figuurlijk) (geld, punten) bijeenschrapen, opstrijken
    «Svensk ektepar spilte for 72 kroner og håvet inn storgevinst.»
    Een Zweeds echtpaar speelde voor 72 Zweedse kronen en streek de hoofdprijs op.
  • [1]: håve inn penger
enorme bedragen verdienen


  • hå·ve inn
  • Samenstelling van het Nynorske werkwoord håve en het Nynorske bijwoord inn

håve inn

  1. overgankelijk, (visserij) met een schepnet vangen
  2. overgankelijk, (figuurlijk) (geld, punten) bijeenschrapen
  • [1]: håve inn pengar
enorme sommen geld verdienen