gynaecologe
- Geluid: gynaecologe (hulp, bestand)
- gy·nae·co·lo·ge
- afgeleid van gynaecoloog met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gynaecologe | gynaecologes |
verkleinwoord |
de gynaecologe v
- (medisch) (beroep) vrouwelijke vorm van gynaecoloog
- Het woord gynaecologe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.