gronde

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gronde    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɣrɔndə / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• gron·de

Woordherkomst en -opbouw

• zn:  grond zn  met de uitgang -e
• zn:  grond ww  met de uitgang -e

Zelfstandig naamwoord

gronde

1. datief mannelijk  van grond, (tot op de) bodem

Typische woordcombinaties

• te gronde
  vernietigd, verwoest

• De stad werd te gronde gericht. 

Uitdrukkingen en gezegden

• te gronde richten

vernietigen, verwoesten

• te gronde gaan

vernietigd worden, ten onder gaan

Werkwoord

vervoeging van
gronden

gronde

1. aanvoegende wijs van gronden

Gangbaarheid

• Het woord 'gronde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.