groeiden op
- Geluid: groeiden op (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣrujdə(n) ˈɔp / (3 lettergrepen)
- groei·den op
vervoeging van |
---|
opgroeien |
groeiden (…) op
- meervoud verleden tijd van opgroeien
- Wij groeiden op.
- Jullie groeiden op.
- Zij groeiden op.
- Wij groeiden op.
- Het woord groeiden op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.