greep aan
- greep aan
vervoeging van |
---|
aangrijpen |
greep aan
- enkelvoud verleden tijd van aangrijpen
- Ik greep aan.
- Jij greep aan.
- Hij, zij, het greep aan.
- Ik greep aan.
- Het woord greep aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.