gravertje
- gra·ver·tje
het gravertje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord graver
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | gravertje | gravertjes |
het gravertje o dim. tant.
- diertje dat graaft
- Het woord gravertje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.