grand-père
Frans
Uitspraak
- Geluid: grand-père (hulp, bestand)
- IPA: /ɡʁɑ̃.pɛʁ/
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van grand en père , aangetroffen sinds de 12e eeuw [1] [2]
| enkelvoud | meervoud | ||
|---|---|---|---|
| zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
| grand-père | le grand-père | grands-pères | les grands-pères |
Zelfstandig naamwoord
grand-père m
- (familie) opa, grootvader
Overerving en ontlening
- Duits: Großvater (leenvertaling)
- Engels: grandfather (leenvertaling)
- Nederlands: grootvader (leenvertaling)
- Turks: büyükbaba (leenvertaling)
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron grand-père in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr
- ↑ grand-père (Etymologie) in: Le Trésor de la Langue Française informatisé (1971-1994)
op de website cnrtl.fr .
- grand-père in: Le Trésor de la Langue Française informatisé (1971-1994) op de website cnrtl.fr .