Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • graf·rust
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grafrust
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de grafrustv / m

  1. het rusten van een overledene in een graf
     Toen ze erachter kwamen dat de menselijke resten waren weggehaald uit de rivier stelden enkele indiaanse stammen dat de grafrust van hun verre voorouder niet verstoord had mogen worden. Ze stapten naar de rechter om een herbegrafenis af te dwingen. De federale overheid, officieel eigenaar van het skelet, was daarvoor, maar onderzoekers maakten protest.[3]
     "Het massagraf mag niet worden geopend conform de Joodse wetgeving", zegt NIOD-onderzoeker Erik Somers die een boek schreef over Bergen-Belsen. "Dat betekent dat je de grafrust respecteert en daar heb je heel gedegen rekening mee te houden." Toch ziet hij mogelijkheden voor nader onderzoek. "In goed overleg moet je daar uit zien te komen."[4]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. grafrust op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron “Indianen willen verre voorvader alsnog begraven” (Vrijdag 19 juni 2015, 08:56), NOS
  4.   Weblink bron
    Daniël Heeringa
    “Nieuw massagraf ontdekt in Bergen-Belsen” (Vrijdag 10 april 2015, 13:53), NOS