Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • graaf uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitgraven

graaf uit

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgraven
    • Ik graaf uit. 
  2. gebiedende wijs van uitgraven
    • Graaf uit! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgraven
    • Graaf je uit? 


Gangbaarheid