de gorgel m
- keel
- 'k Zie 't graazend vee van vreugde springen;
'k Hoor 't Vog'lenheir de gorgels wringen,.[1]
- een fantasiedier
- Het gorgelde om haar heen maar de gorgels slopen weg als ze ze wilde pakken.[2]
- De fantasiedieren zijn met name bekend geworden door de gedichten van Cees Buddingh
gorgel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gorgelen
- gebiedende wijs van gorgelen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gorgelen
90 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[3] |