gloeit uit
- Geluid: gloeit uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣlujt ˈœyt / (2 lettergrepen)
- gloeit uit
vervoeging van |
---|
uitgloeien |
gloeit (…) uit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgloeien
- Jij gloeit uit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgloeien
- Hij gloeit uit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitgloeien
- Gloeit uit!
- Het woord gloeit uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.