Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gin·gen om·laag
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
omlaaggaan

gingen (…) omlaag

  1. meervoud verleden tijd van omlaaggaan
    • Wij gingen omlaag. 
    • Jullie gingen omlaag. 
    • Zij gingen omlaag. 

Gangbaarheid