Nederlands

 
giftshop
Uitspraak
Woordafbreking
  • gift·shop
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord giftshop giftshops
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de giftshopm

  1. winkel waar men cadeaus kan kopen; winkel waar men cadeaus verkoopt; vaak gaat het om producten met een bepaald thema
     Niet alleen kindermaten in de giftshop aan het einde van de tentoonstelling dus, ook volwassenen willen tegenwoordig een officiële Huffelpuf-sweater of Zweinstein-mantel. En het mag wat kosten: 75 euro voor een mantel, 40 voor een toverstok, 10 euro voor 80 gram Smekkies in alle smaken. Fans hebben het ervoor over.[2]
     "We hebben de webwinkels heel random gekozen", zegt Babs van der Staak van de Consumentenbond. "Van de webwinkel van Phillips en Douglas tot minder bekende zoals Carshop Fortuin en Led giftshop." Bij internetaankopen hebben consumenten binnen de wettelijke bedenktijd van 7 werkdagen altijd recht op geld terug, ook voor uitverkoopartikelen.[3]
     Dat Exit through the Giftshop geen Oscar wint, bespaart graffitikunstenaar Banksy een dilemma. Hoewel zijn werk wereldberoemd is, heeft hij tot nu toe altijd anoniem kunnen blijven. Hij had de producers gevraagd of hij, als hij zou winnen, een masker mocht dragen, maar die vreesden dat dan vijf mannen met maskers op de Oscar zouden claimen. Jammer dat we niet te zien krijgen hoe de Academy dat probleem zou hebben opgelost.[4]


Synoniemen
Hyponiemen


Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. giftshop op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    Lambert Teuwissen
    “'Harry Potter-fans doen graag heel even alsof het echt bestaat'” (Zaterdag 11 februari 2017, 11:35), NOS
  3.   Weblink bron “Niet goed? Geen geld terug bij webwinkels” (Vrijdag 22 maart 2013, 10:10), NOS
  4.   Weblink bron “De Oscars van minuut tot minuut” (Maandag 28 februari 2011, 05:01), NOS