gezondheidsstelsel
- ge·zond·heids·stel·sel
- Samenstelling van gezondheid en stelsel met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gezondheidsstelsel | gezondheidsstelsels |
verkleinwoord | gezondheidsstelseltje | gezondheidsstelseltjes |
het gezondheidsstelsel o
- (medisch) het geheel van alle medische voorzieningen, inclusief ziekenhuizen, laboratoria, artsen en ander medisch personeel, spoeddiensten en meer
- Het gezondheidsstelsel bereikte tijdens de crisis bijna de maximale capaciteit.
- Het woord gezondheidsstelsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.