Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·ze·geld
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: zegelen…
verbogen vorm: gezegelde

gezegeld

  1. voltooid deelwoord van zegelen

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be