gewinkelhierd
- Geluid: gewinkelhierd (hulp, bestand)
- IPA: / ɣɛˌwɪnkəlˈhirt / (4 lettergrepen)
- ge·win·kel·hierd
- vervoeging van winkelhieren: de stam met omvoegsel ge- -d
vervoeging van: | winkelhieren… |
geen verbogen vorm |
gewinkelhierd
- voltooid deelwoord van winkelhieren
- ▸ Anderzijds hebben consumenten heel wat in de pap te brokken: hoe meer er lokaal ‘gewinkelhierd’ wordt, hoe beter dat is voor onze economie.[1]
- Het woord 'gewinkelhierd' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Kurt Meers“35 van 42 Limburgse gemeenten promoten eigen winkeliers” (15 april 2020) op MadeInLimburg.be