gewijsde

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gewijsde    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ge·wijs·de

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘definitief vonnis’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1295

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gewijsde	gewijsden
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het gewijsde o

1. (juridisch) definitief vonnis of beslissing waartegen niet meer kan worden geprocedeerd

Gangbaarheid

• Het woord gewijsde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gewijsde" herkend door:

27 %	van de Nederlanders;
40 %	van de Vlamingen.