gewafeld
- ge·wa·feld
- naamwoord van handeling wafelen van met het voorvoegsel ge-
stellend | |
---|---|
onverbogen | gewafeld |
verbogen | gewafelde |
partitief | gewafelds |
gewafeld
- bewerkt met een heet geribbeld (metalen) voorwerp
- ▸ ’Braidlocks’, zo noemt de zwangere Victoria haar nieuwe kapsel. Haar volgers geven Vic complimentjes over het resultaat. Enkele dagen geleden verscheen zij nog bij een event met lang gewafeld haar met paarse plukjes (foto).[1]
- ▸ De modeontwerpster uit Kortrijk is inmiddels aan haar vierde collectie toe en hoewel ze afgelopen week haar zomerlijn in Parijs voorstelde, toonde ze nu in Poeke haar kijk op de winter. Een warme cape in een aangename wol, coconjurken in iriserende en vaak gewafelde stoffen, en heerlijk aaibaar tricot.[2]
- Het woord gewafeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gewafeld" herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Weblink bron “Nieuw kapsel Victoria Koblenko” (08 jul. 2016), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron “Black Swan in het Kasteel van Poeke” (07/10/2011), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be