Nederlands

 
onvoltooide gevelrij in Amsterdam
Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·vel·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gevelrij gevelrijen
verkleinwoord gevelrijtje gevelrijtjes

Zelfstandig naamwoord

de gevelrijv / m

  1. de straatzijde van een rij aaneengesloten gebouwen
    • In eerste instantie zouden er tussen het emplacement van de MBS en de historische gevelrij met onder meer het opgeknapte ketelhuis van de vroegere Boekelosche Stoombleekerij commerciële ruimtes worden gebouwd met een maximum van twee bouwlagen. [1] 
    • De architectuur van het complex sluit aan bij het type woningen in de oude Sumatrastraat, waar de jaren dertig sfeer overheerst. In het nabij gelegen Hofkwartier langs de Getfertweg is door de architecten juist gekozen voor moderne woningbouw met een rechte gevelrij. [2] 
    • De vervallen karakteristieke gevelrij achter het NS-station hoeft niet plat, maar kan behouden blijven, volgens de fracties van ChristenUnie, D66 en GroenLinks. ‘Maak er klushuizen van', luidt de oproep aan het gemeentebestuur. [3] 

Gangbaarheid

83 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen