Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·sig·na·leer·de
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: signaleren…
verbogen vorm: gesignaleerdee

gesignaleerde

  1. verbogen vorm van gesignaleerd, voltooid deelwoord van signaleren

Bijvoeglijk naamwoord

gesignaleerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gesignaleerd

Gangbaarheid