Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • gesch·der
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

geschder

  1. (tijdrekening) gisteren
    «Mei beschde Freind vun meinre Kindheit iss geschder gheiert.»
    Mijn beste vriend uit mijn kindertijd trouwde gisteren.
Afgeleide begrippen
Opmerkingen