gescharrel
- Geluid: gescharrel (hulp, bestand)
- ge·schar·rel
- Naamwoord van handeling van scharrelen met het voorvoegsel ge-[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gescharrel | |
verkleinwoord |
het gescharrel o
- onzeker en moeizaam zoekend en bewegend
- Wordt Mark een engel na zijn dood? Eigenlijk doet het etiket er niet toe. Het belangrijkste is dat hij nog even, voor de duur van deze roman, mee mag kijken naar het leven op aarde. Ter visualisering helpt het wellicht om je bij deze greep de film Der Himmel über Berlin van Wim Wenders voor de geest te halen, waarbij engelen tevens het aardse gescharrel aanschouwden zonder gezien te worden. [2]
- Het woord gescharrel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gescharrel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Sebastiaan Kort 5 februari 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be