gerezen
- ge·re·zen
- vervoeging van rijzen: de stam met omvoegsel ge- -en en een klinkerwisseling ij-ee (IPAː /ɛi/ - /e/)
vervoeging van: | rijzen… |
geen verbogen vorm |
gerezen
- voltooid deelwoord van rijzen
- vormt de voltooide tijden
- Het deeg is nog niet voldoende gerezen.
- attributief gebruikt
- De gerezen vragen konden niet zo makkelijk beantwoord worden.
- Het woord gerezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.