gereisd

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gereisd    (hulp, bestand)
• IPA: /ɣəˈrɛist/

Woordafbreking

• ge·reisd

Woordherkomst en -opbouw

• vervoeging van reizen: de stam met omvoegsel ge- -d

Werkwoord

vervoeging van:	reizen…
verbogen vorm:	gereisde

gereisd

1. voltooid deelwoord van reizen

Gangbaarheid

• Het woord gereisd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.