• ge·mouw·veegd
vervoeging van: mouwvegen…
verbogen vorm: gemouwveegde

gemouwveegd

  1. voltooid deelwoord van mouwvegen
    • In mijn laatste jaar op pensionaat werd mij gevraagd, in naam van al de leerlingen van de Humaniora zowel de Klassieke, Wetenschappelijke als Economische, op de proclamatie een dankwoord uit te spreken. Het was de gewoonte! Ik had dat alle jaren al geïrriteerd ondergaan. Daar werd dan slijmerig in gekweeld hoe goed de nonnen wel waren, er werd gelogen en gemouwveegd dat het een lieve lust was. [1]