• ge·mi·auw
enkelvoud meervoud
naamwoord gemiauw
verkleinwoord

het gemiauwo

  1. het aanhoudend geluid geluid maken door een kat
    • Tussen twee winkelpanden in de Deurningerstraat was het gemiauw van een kat te horen. De ingeschakelde brandweer slaagde er niet in het dier te bevrijden. Na enige tijd was er zelfs niets meer te horen en ook een warmtebeeldcamera bood geen soulaas. [2] 
    • Christian Lampkin vertelt tegen de BBC dat hij twee dagen na terugkeer in Engeland gemiauw hoorde van onder de motorkap. Hij zag twee katjes in de motor verdwijnen nadat hij de kap opende. Een monteur moest er aan te pas komen om in totaal drie kittens te bevrijden. [3] 
    • Voor deze demente vrouw is het een uitkomst: ze praat de hele dag door met de poes en krijgt gemiauw terug. Volgens de verzorgers was ze voorheen vaak onrustig en wilde ze hele dag naar de wc. Sinds de komst van de witte kat is ze rustiger geworden. [4] 
95 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[5]