Nedersaksisch

enkelvoud meervoud
naamwoord gemeante gemeanten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

gemeante

  1. (aardrijkskunde) gemeente; bestuurlijke eenheid in een staat, onder bestuur van een raad, een burgemeester en wethouders of schepenen
  2. (religie) gemeente; de gezamenlijke gelovigen van een bepaald kerkgenootschap of in een bepaalde kerk bijeen
Schrijfwijzen

Meer informatie


Twents

enkelvoud meervoud
naamwoord gemeante gemeanten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

gemeante

  1. (aardrijkskunde) gemeente; bestuurlijke eenheid in een staat, onder bestuur van een raad, een burgemeester en wethouders of schepenen
  2. (religie) gemeente; de gezamenlijke gelovigen van een bepaald kerkgenootschap of in een bepaalde kerk bijeen
Schrijfwijzen