• ge·mar·teld
vervoeging van: martelen…
verbogen vorm: gemartelde

gemarteld

  1. voltooid deelwoord van martelen
     De mensen die het geweld van dichtbij meemaakten, zullen dat nooit vergeten. Door verdriet, of door gewetenswroeging. We weten ook dat leden van de ETA na hun arrestatie werden gemarteld door de politie."[1]
  1.   Weblink bron “Einde van de ETA komt eraan: 'Uiteindelijk hebben we allemaal verloren'” (07-03-2018), NOS