gelijksoortigheid
- ge·lijk·soor·tig·heid
- afleiding van gelijksoortig met het achtervoegsel -heid[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gelijksoortigheid | gelijksoortigheden |
verkleinwoord |
de gelijksoortigheid v
- de mate waarin verschillende dingen veel op elkaar lijken
- ▸ Nu vervulde die gelijksoortigheid van het licht in de woning en dat erbuiten hem met een even ongefundeerde blijdschap.[2]
- twee of meer zaken die veel op elkaar lijken
- Het woord gelijksoortigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.