gelijksoortigheid

  • ge·lijk·soor·tig·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord gelijksoortigheid gelijksoortigheden
verkleinwoord

de gelijksoortigheidv

  1. de mate waarin verschillende dingen veel op elkaar lijken
     Nu vervulde die gelijksoortigheid van het licht in de woning en dat erbuiten hem met een even ongefundeerde blijdschap.[2]
  2. twee of meer zaken die veel op elkaar lijken