voortdurend boos kijken door het rimpelen van het voorhoofd en het naar elkaar brengen van de wenkbrauwen
Zelf kon hij wel glimlachen om zijn imago als „steile, calvinistische Kees” met zijn „hardhouten kop.” In een interview zei hij eens droogjes: „Als ik ’s morgens voor de spiegel sta, kijk ik met enig gefrons naar mijn stuurse hoofd: Tjongejonge, wat moet er nu weer worden van de nieuwe dag. Van mijn gezicht word ik niet vrolijk, dus de rest van het etmaal probeer ik spiegels maar zoveel mogelijk te vermijden.”[2]
Op de eerste zitting na de parlementsverkiezingen, eind juni, daagden de zeventien afgevaardigden van de ultralinkse partij La France insoumise (inclusief partijleider Jean-Luc Mélenchon) in het parlement op zonder stropdas en blazer. In plaats daarvan kozen ze voor polo’s en sweaters, wat dan weer voor gefrons zorgde bij de andere leden van de Assemblée Nationale, de Franse Kamer van Volksvertegenwoordigers.[3]