Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·for·mu·leer·de
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: formuleren…
verbogen vorm: geformuleerdee

geformuleerde

  1. verbogen vorm van geformuleerd, voltooid deelwoord van formuleren

Bijvoeglijk naamwoord

geformuleerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van geformuleerd

Gangbaarheid