Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·fikst
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: fiksen…
verbogen vorm: gefikste

gefikst

  1. voltooid deelwoord van fiksen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be