gefept
- ge·fept
vervoeging van: | feppen… |
verbogen vorm: | gefepte |
gefept
- voltooid deelwoord van feppen
- Maar zeek're nimf of kamermaagd,
Schoon dat zij heel wel had vernomen
Waar dat de vorst naar had gevraagd,
Kwam met een gouwe kelk aanstappen,
Met ruimpjes twee stoop wijn bevracht;
Die men weleer placht vol te tappen
Voor Belus en zijn gans geslacht,
Waarvan zij vaakmaal leeg gefept was,
En die, per testament vermaakt
Aan Dido, een zeer goed recept was
Voor die in flauwte was geraakt. [1]
- Maar zeek're nimf of kamermaagd,
- Het woord 'gefept' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Focuenb, W.G.V. (bew. J.A. Klink)De Aeneas van Virgilius in zijn sondaagspak. 1e boek (1668) Amsterdam; r. 3022-3032; geraadpleegd 2018-06-25