geef weg

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  geef weg    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• geef weg

Woordherkomst en -opbouw

• uit geef (werkwoord) en weg, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

vervoeging van
weggeven

geef weg

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weggeven
   

   • Ik geef weg. 

2. gebiedende wijs van weggeven
   

   • Geef weg! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weggeven
   

   • Geef je weg? 

Gangbaarheid

• Het woord geef weg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.