gedag
- ge·dag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gedag | - |
verkleinwoord | - | - |
het gedag o
- (informeel) ~ zeggen iemand begroeten of afscheid van iemand nemen
- Zou je niet even gedag zeggen tegen oma voor we weggaan?
- Het woord gedag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gedag" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ gedag op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be